Bob Kea vertelt over verkeerseducatie op Amsterdamse basisscholen
Zeker in een drukke stad als Amsterdam is het belangrijk om al jong te leren hoe je veilig fietst. Wat gebeurt er zoal op het gebied van verkeerseducatie, en dan met name voor de fiets? Bob Kea van Verkeer en Meer vertelt over het lesprogramma, zoals ‘Op weg naar het VO’. En dan vooral over de specifiek Amsterdamse aandachtspunten.
Bob werkt voor Verkeersplein Amsterdam dat zich richt op het basisonderwijs. Best een bijzondere doelgroep, want Amsterdam is natuurlijk een levendige stad waar altijd wat gebeurt. Per stadsdeel zijn er grote verschillen qua gebruik van de fiets en de veiligheid op straat. Verkeer & Meer is onderdeel van de Vervoerregio Amsterdam. Dit schooljaar is een nieuwe samenwerking gestart, vertelt Bob. “Onder de vlag van Verkeer & Meer werken we samen met vier organisaties – Veilig Verkeer Nederland, stichting Team Alert, DTV Consultants en Verkeersplein Amsterdam – aan verkeerseducatie voor 0 tot 18-jarigen. Met deze werkwijze krijgen basis- en middelbaar onderwijs in de hele regio op ongeveer dezelfde wijze verkeerseducatie.”
Dode hoeklessen
“Een belangrijk onderdeel zijn de dode hoeklessen. Dit jaar geven we deze les zo’n veertig keer in Amsterdam. We werken samen met Afvalinzameling Zuid, zij zorgen dat er ook twee chauffeurs mét hun vrachtwagen meedoen aan de les. Die begint met de theorie: we tonen een filmpje en stellen vragen. Bijvoorbeeld: ’wat is een veilige plek om op straat met je fiets te gaan staan?’ Belangrijk is dat we daarbij niet alleen kijken naar wat veilig is voor de fietsende scholieren, maar dat óók het perspectief van de chauffeurs aan bod komt.”
| Kinderen leren over de dode hoek van een vuilniswagen. Foto: Fokke van Saane / Shootlab
“De chauffeurs vertellen daarna buiten bij de vrachtwagen wat zij zoal meemaken onderweg. Dat leidt vaak tot hele mooie gesprekken. De ervaringen van de chauffeurs komen echt bij de kinderen ‘binnen’. Daar leren ze misschien nog wel het meest van. Ook mogen leerlingen plaatsnemen in de cabine om te ervaren wat een chauffeur allemaal ziet, en nog belangrijker, wat hij niet ziet.”
| Kinderen krijgen een kijkje vanuit het perspectief van de chauffeur. Foto: Fokke van Saane / Shootlab
Fietsroute nieuwe school oefenen
“Een ander belangrijk onderdeel is het oefenen van de fietsroute naar de nieuwe middelbare school. Vaak moeten scholieren verder fietsen en is het een nieuwe route. Door dit vóór de eerste schooldag al te oefenen, kun je veel spanning bij ze weghalen.” Bob komt langs bij de achtstegroepers en laat hen eerst op een kaart de route naar hun nieuwe school tekenen. Een paar weken later gaan ze die route – met hulp van ouders – ook echt fietsen. In kleine groepjes fietsen ze dan langs meerdere scholen. “Niet iedereen gaat namelijk naar dezelfde nieuwe school, dus zo zien ze ook waar hun vrienden en vriendinnen op school komen. Bijkomend voordeel is dat ze de hele stad beter leren kennen.”
| Wat de scholieren van hun fietsroute vinden. Foto: Erwin Budding
Plezier in fietsen meegeven
“We proberen vooral ook het plezier in fietsen mee te geven. In eerste instantie denken scholieren dat 5 kilometer fietsen best ver is, maar als je het met een groepje oefent dan vinden ze het ook wel leuk om te doen. Ook laten we zien dat je soms het eerste deel van de route samen kunt fietsen voordat je afslaat naar je eigen school. Op die manier maken we ze enthousiast en laten we zien dat fietsen niet alleen gezond maar ook gezellig is!”
| Kinderen fietsen hun schoolroute. Foto: Erwin Budding
Amsterdams georiënteerde lessen
“We hebben een website, Tussen school en thuis, dat is een verkeersmethode speciaal gericht op de situatie rondom scholen. Kinderen maken foto’s van situaties in de buurt. Bijvoorbeeld van een groepje fietsers bij een voorrangsweg. Zo laten we zien hoe je als groepje fietsers bijvoorbeeld veilig kunt oversteken. Hier kan de school ook zelf mee aan de slag. Per schoolomgeving kun je zo knelpunten in kaart brengen en met elkaar bespreken. We hebben ook het Amsterdamse theoretisch verkeersexamen. Hierin zitten specifiek Amsterdamse situaties zoals een rijdende tram. Die zie je in de rest van onze regio niet. Voor die tram is trouwens een hele site opgericht: Trammenland.nl – Een digitale lesmodule over veilig omgaan met de tram. Daar vind je allerlei verkeerssituaties met trams.”
Universele methode
“In het voortgezet onderwijs wordt in Zuid-Holland, Brabant en Limburg gewerkt met Totally Traffic. Dat is een verkeerseducatiepakket dat op ieder schooljaar en niveau is af te stemmen. Dat is misschien per provincie net iets anders opgezet, maar het is dezelfde methode. In Amsterdam en in de Vervoerregio staan bij het programma van Verkeer & Meer de voetganger en fietser op 1. Daar willen we de kinderen ook voor ‘klaarstomen’. Dat betekent dat we nu ook kinderen leren fietsen en zo het fietsen stimuleren.”
Zelf nadenken over oplossingen
“Laatst gaf ik les in een groep 8 waar we met de vraag aan de slag gingen hoe je het leuker maakt om vaker met de fiets naar school te komen. We maken daar een soort hackathon van. In drie ochtenden gaan we door middel van design thinking met dit vraagstuk aan de slag. Als kinderen met dit soort vragen bezig zijn, denken ze heel vrij. Dat is leuk, en na de ‘vliegende fietsen’ komen ze ook altijd met heel praktische oplossingen. Zoals 100 fietsen in verschillende maten aan een school geven. Kinderen kunnen dan elk jaar een fiets lenen die past bij hun lengte. Of kinderen een beloning geven als ze op een maandelijkse fietsdag met de fiets naar school komen. Of een website die kinderen aan elkaar koppelt zodat ze samen naar school kunnen fietsen. We betrekken waar mogelijk ook de ouders. Zo heeft elke school een verkeersouder die ook weer acties bedenkt, zoals een fietscontrole (op lichtjes). Maar ook op school kleine fietsreparaties initiëren, zodat kinderen met ouders die misschien niet zo handig zijn toch de fiets kunnen blijven pakken.”
Tip voor verkeerseducatie
“Maak het onderwerp vooral niet te zwaar. Zorg dat het leuk is. Bijvoorbeeld door er een spelelement in aan te brengen. Dan blijft het vaak veel beter hangen. Er is een app ontwikkeld waarmee kinderen verkeerssituaties in een virtuele wereld kunnen beleven. Laat leerlingen een keer die VR-bril opzetten en door een straat met verschillende situaties heen lopen.”