Fietsinnovatielab: Otto van Boggelen
‘Moderne technologie benutten om snelheidsgedrag te sturen’
Het Fietsinnovatielab vraagt ideeën om fietsveiligheid op fietspaden te verbeteren. Een vijfkoppige jury beoordeelt de inzendingen. Wat is hun rol in het stimuleren van fietsgebruik, en waar gaan zij op letten als zij de ideeën beoordelen? Otto van Boggelen, programmamanager bij CROW-Fietsberaad, vertelt.
Wat is jouw professionele betrokkenheid bij de fiets?
Ik ben programmamanager van CROW-Fietsberaad, het kenniscentrum fietsbeleid van en voor de overheden. Verder mag ik me ploegleider ‘Versterking kennis- en data-infrastructuur’ noemen van de Tour de Force, een samenwerkingsverband van overheden en maatschappelijke organisaties.
E-bike: zegen of vloek, of een beetje van allebei?
De elektrische fiets met een begrensde trapondersteuning tot 25 km per uur is een grote zegen voor Nederland. In het begin (rond 2010) zagen we vooral dat oudere vrouwen veel langer en verder bleven fietsen en ook beter mee konden komen met andere fietsers. Dat is in veel opzichten positief. Daarna werd de e-fiets ook een oplossing voor allerlei jongere doelgroepen die eigenlijk wel willen fietsen, maar waarvoor de vereiste inspanning een belemmering is. Ik hoor ook van vrouwen dat de e-fiets hen in bepaalde situaties een gevoel van veiligheid geeft, omdat ze sneller kunnen wegkomen. De speed pedelec is met name op de langere afstanden voor veel mensen ook een zegen, maar de kans dat het een vloek wordt is groot. Hetzelfde geldt voor opgevoerde e-fietsen. Ik denk dat we moderne technologie (geofencing, zwarte doos) moeten benutten om het snelheidsgedrag te sturen en de handhaving te vergemakkelijken.
I Otto van Boggelen
Op wat voor fiets rijd jij?
Tot voor kort gebruikte ik een Donkey deelfiets in de stad (maar helaas verdwenen uit Utrecht) en een 20 jaar oude Batavus hybride voor de lange afstanden en vakanties.
Hoe ziet het fietslandschap er over tien jaar uit in Amsterdam en Nederland? En wereldwijd?
De massaliteit van fietsen en aanverwante voertuigen wordt op steeds meer plekken wel steeds meer een issue. Soms met een hoog Nimby-gehalte. Hier spelen wegbeheerders op in door het netwerk te verfijnen, waardoor fietsstromen meer gespreid worden. Op een beperkt aantal drukke routes worden fietsers (nog) dominanter, ook qua inrichting van de openbare ruimte. Op veel andere plekken moeten (e-)fietsers zich meer aanpassen aan het verblijfsklimaat.
Waar ga jij specifiek op letten bij het beoordelen van de inzendingen?
Ik wil vooral de bril van de overheden als wegbeheerder opzetten. Verkeerstechnische zaken zijn voor deze groep vaak belangrijk.