Romee Nicolai: de nieuwe fietsburgemeester van Amsterdam
Romee Nicolai, oprichter en manager van de fietswerkplaats Bike Kitchen van de Universiteit van Amsterdam, is komende jaren fietsburgemeester van de stad. Haar doelen zijn onder andere het stimuleren van het gesprek over het gebruik van de fiets en het promoten van de ‘slow city’.
Wat houdt het fietsburgermeesterschap in?
‘Een fietsburgemeester is een verbinder: tussen mens, fiets en stad. Opgezet vanuit BYCS, neemt een fietsburgemeester de taak op zich om binnen de stad het fietsen te stimuleren. Bijvoorbeeld door de voordelen op het gebied van economie, milieu en gezondheid uit te lichten. Dit gebeurt door samenwerking met bedrijven, overheidsinstellingen en maatschappelijke groeperingen. Er is inmiddels een internationaal netwerk van 144 fietsburgemeesters wereldwijd. De invulling van het fietsburgemeesterschap hangt af van de persoon en de situatie, maar overal is dezelfde doelstelling: hoe maken we fietsen toegankelijk en steden fietsvriendelijk voor elke doelgroep?
Welke uitdagingen en kansen zie je voor Amsterdam?
Gesprekken met fietsburgemeesters van buiten Nederland maakten mij ervan bewust dat we het hier (in Amsterdam) qua fietsfaciliteiten eigenlijk al vrij goed voor elkaar hebben. Desondanks is er altijd ruimte voor verbetering, zeker op het gebied van fietsveiligheid.
Amsterdam wordt steeds drukker. Een uitdaging blijft hoe we het fietsen veilig houden, terwijl de snelheid en het aantal (e-)fietsers toenemen. Hierbij zie ik mogelijkheden om het beeld over fietsen meer te laten zijn dan enkel een vervoermiddel dat praktisch, efficiënt en snel is. Welke betekenis(sen) we geven aan het fietsen bepaalt onze omgang met de fiets en daarmee het ruimtegebruik. Vaak vergeten we dat fietsen ook gewoon leuk of ontspannend kan zijn en een middel voor sociale interactie. Ik was twee weken terug in Marrakesh bij de Open Street Day: voor één ochtend werd een drukke hoofdstraat omgetoverd tot fietsstraat door meer dan 500 inwoners, kinderen, studenten, ouderen. Zij ervaarden zo hoe het was om naast elkaar en veilig door hun stad te kunnen fietsen. Een kans is om zo’n Open Street Day ook in Amsterdam te organiseren, om fietsen als mogelijkheid voor ontmoeting en experiment te benadrukken.
‘Vaak vergeten we namelijk dat fietsen ook gewoon leuk of ontspannend kan zijn’
Welke doelen wil je de komende jaren bereiken als fietsburgemeester?
Als fietsburgemeester heb ik drie doelstellingen. Als eerste het stimuleren van gesprek over de betekenis van fietsen en het promoten van de ‘slow city’: Waarom zien de meeste Nederlanders fietsen als iets functioneels en efficiënts, in plaats van een vervoermiddel voor ontspanning, ontmoeting en fun? Wat gebeurt er als we stil staan bij een moment van stil staan?
De tweede doelstelling is het creëren van bewustwording over de waarde van de fiets door de plekken te maken waar mensen zelf hun fiets kunnen (leren) repareren. En de derde doelstelling is het organiseren van straat experimenten en activiteiten, waarbij de bestaande ruimte op een manier wordt gebruikt die aanzet tot denken over veilige en multifunctionele straten.
Met wie ga je samenwerken?
Met wie maar wil! Dat is het leuke van fietsburgemeester zijn: het is een vrijwilligerspositie waarmee ik probeer de stad een stukje mooier te maken. Momenteel ben ik veel in gesprek met mensen die zich binnen de gemeente Amsterdam bezighouden met mobiliteit en duurzaamheid, andere fietsburgemeesters vanuit het netwerk van BYCS-fietsburgemeester en academici die hierbij inspireren.
Wat betekent 3 juni, Wereldfietsdag, voor jou?
Wereldfietsdag is een belangrijke dag om te vieren hoe uniek het is om te fietsen. Hoe bijzonder is het dat wij beschikken over een fiets waarmee wij ons elke dag massaal op een duurzame, efficiënte en ontspannen manier van a naar b verplaatsen. Het is belangrijk om hierbij stil te staan, omdat het niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Nog steeds zijn er mensen die geen fiets hebben of niet kunnen fietsen. In dat opzicht zijn wij best verwend in Nederland. De fietscultuur is diepgeworteld in onze samenleving. Leren fietsen is bijna een sociale norm, net zoals je zwemdiploma of je veterstrikdiploma. Belangrijker nog is, dat het voor jezélf fijn is om te kunnen fietsen en de vrijheid te voelen om jezelf te kunnen verplaatsen waar en wanneer je wilt.’