Rijksmuseumpassage: Hoe het mooiste historische fietspad van de stad bijna verloren ging
Het fietspad onder het Rijksmuseum is een van de meest iconische fietspaden van de wereld. En misschien is het ook wel de meest besproken fietsroute. Dit vanwege verschillende pogingen om de passage voor fietsers af te sluiten. Hoe kon dit gebeuren in fietsstad Amsterdam? En hoe werd de passage gered voor fietsers? Dat leggen we u hieronder haarfijn uit.
Historische passage
Het museum is in de jaren 1880 gebouwd op bouwgrond van de gemeente Amsterdam. In ruil voor de grond stelde de stad de voorwaarde dat het gebouw een openbare doorgang naar de nieuwe zuidelijke wijken moest krijgen. De passage werd een belangrijke en goed gebruikte verbinding. Vanaf 1931 mochten auto’s niet meer door de passage omdat ze trillingen veroorzaakten die niet goed waren voor het gebouw.. Er is een tekening met een tram in de doorgang, maar trams hebben er nooit gereden .
| Dwarsdoorsnede van het museum en de passage. Foto: Cuypers, rond 1890
Verbinding of barrière?
Terwijl de passage een verbinding is voor de stad, kan hij voor het museum een barrière zijn. Op de begane grond deelt de passage het gebouw in tweeën. Dat was een reden waarom in de loop der jaren verschillende museumdirecteuren hebben geprobeerd de passage bij het museum te trekken. Maar dat is nooit gelukt. De stad en de Amsterdammers gaven hun geliefde en goed gebruikte verbinding niet zomaar weg.
Toen in 1976 het eerste ontwerp voor het hoofdnet voor fietsers werd opgesteld, was de museumpassage een belangrijk onderdeel ervan. En dat is het terecht nog steeds zo. De passage is een veilige, directe en comfortabele fietsverbinding voor dagelijks duizenden fietsers. Toch werd begin deze eeuw het fietspad in de passage opnieuw betwist.
Renovatieplan: museumingang of fietspad?
Rond 2000 kwam er geld voor een grootschalige renovatie van het museum. Het gekozen ontwerp zou stelde een nieuwe museumingang voor met een trappartij in het midden van de passage. Precies op de plek van het fietspad. Dit was aanleiding voor een turbulente discussie en strijd in verschillende bedrijven.
De architecten en de museumdirecteur beweerden dat het best zou passen met de ingang in het midden van de passage. Fietsers konden de ruimte aan de zijkanten delen met voetgangers.
Maar de Fietsersbond, betrokken bewoners en politici waren niet overtuigd. Zij voorzagen problemen als de duizenden fietsers de 3,5 meter brede ruimtes aan de zijkanten zouden moeten delen met voetgangers. De voorspelbare botsingen en andere narigheid zouden ertoe leiden dat fietsers verbannen zouden worden uit de passage. Fietsersbond en betrokken bewoners verenigden zich in de actiegroep Red de Onderdoorgang.
| Voorlopig ontwerp voor de passage, met te verwachten knelpunten. Beeld: Red de Onderdoorgang, rond 2004
Het verbannen van fietsers uit de passage zou niet alleen één van de mooiste fietspaden in de stad laten verdwijnen. Fietsers zouden ook onhandig moeten omrijden. En de fietsers en voetgangers zouden elkaar moeten kruisen op een ingewikkelde plek bij de Stadhouderskade.
Alternatieve ingang
De ruimte in de passage is openbare ruimte en daar gaat stadsdeel Zuid over. Vanwege de bezwaren bij het verbouwingsplan vroeg stadsdeel Zuid het museum om alternatieve opties voor de entree te laten onderzoeken die geen beslag legden op de openbare ruimte van de passage.
De eerste reactie van het museum hierop was dat een alternatieve ingang onmogelijk was. Maar in 2005 stelde de deelraad het Ruimtelijk Afwegings Kader voor de verbouwing vast. Daarin was besloten dat vanwege de veiligheid en de doorstroming de openbare ruimte van de passage niet gebruikt mocht worden voor (bij voorbeeld) toegangstrappen. Toen dit eenmaal vaststond bleek een alternatieve ingang toch mogelijk. In plaats van toegangstrappen in het midden van de passage kwamen er ingangen in de zijwanden van de passage. In 2009 werd voor dit ontwerp een bouwvergunning verleend.
Alles leek erop dat de discussie beslecht was en de bouw snel gerealiseerd kon worden.
| Definitief ontwerp voor passage, 2009. Foto: DO
| Schets van de ingang die geen ruimte van de passage inneemt. Foto: Actiegroep Red de Onderdoorgang, 2004
Fietsen in onaangepaste passage te gevaarlijk?
Maar in 2010 trad een nieuwe museumdirecteur aan. Zijn voorganger beweerde nog dat fietsers en voetgangers gemakkelijk de ruimte in zijbeuken konden delen. Hij kwam met het argument dat er zoveel bezoekers naar het museum zouden komen dat het zelfs zonder trappen in het midden van de passage te gevaarlijk zou worden met fietsers in de passage. Het zou beter zijn als fietsers om het museum heen zouden rijden. Dit was opnieuw aanleiding voor discussie en protest, en een nieuw onderzoek. Anders dan de museumdirecteur beweerde bleek het voor zowel fietsers als voetgangers het veiligst is om fietsers door de passage te laten rijden.
Fietsers in het midden
Uiteindelijk werd de passage gebouwd zoals besloten in 2005. Met ingangen aan de zijkanten en een duidelijke en begrijpelijke indeling in de passage: Het fietspad, voetgangers aan de zijkanten en trottoirs die een meter voorbij de pilaren gaan zodat er optimaal zicht is tussen fietsers en voetgangers. Op 13 mei 2013, bijna 10 jaar nadat hij werd afgesloten, werd de passage heropend voor fietsers. Observaties van de werkgroep verkeersveiligheid, en de ervaring van alle gebruikers bevestigden dat het allemaal goed werkt. Nu maken dagelijks weer duizenden fietsers en voetgangers gebruik van de praktische en mooie route door de passage.
Een interessant artikel van Bicycle Dutch over de passage is hier te vinden.